De strip is gemaakt met Chat-gpt. Na veel moeite en tijd benaderen de tekeningen wat we denken wat er in het verleden te zien was en gebeurd is. Toch zijn veel elementen niet hiermee in overeenstemming... het is een impressie.
In 1826 waren er ongeveer 6000 soldaten gelegerd; in 1827 meer dan 9000, ook cavalerie (ruiters) en artillerie (geschut).
De kamppaal duidt aan waar het militair kamp begint en waarschuwt de omwonenden.
Een overzicht van de organisatie van het kamp... soldatententen, kookkuilen, officierstenten, barakken voor de marketentsters.
In 1827 was er ook artillerie aanwezig. Een groep veldartillerie te voet en een groep rijdende artillerie, waarvan de geschutstukken met paarden werden verplaatst.
In 1827 werden veel cavaleristen met hun paarden ingekwartierd in de dorpen in de omgeving. De boeren kregen hiervoor een kleine vergoeding.
In de magazijnen konden de "vivres" en de "fourages" worden opgehaald: datgene wat soldaten en paarden nodig hadden om te eten.
In 1826 was er een ambulancepost voorzien. De zieken werden met de kar naar het hospitaal in Turnhout gereden. Velen hadden koorts of of leden aan een oogziekte, waarvan ze zelfs blind konden worden.
Op vrije momenten kon men bij de marketenters en marketentsters terecht voor een borreltje jenever. Er waren ook eetkraampjes, winkeltjes enz...
Drinkbaar water was belangrijk. Daarvoor waren er al in 1820 15 waterputten geslagen...
Ons eten wordt in de veldkeukens klaargemaakt. De keuken ligt onder de grond en wordt afgeschermd door een muurtje van heideplaggen.
De infanteristen oefenden op een roos. Ze schoten met vuursteengeweren die musketkogeltjes afvuurden.
In 1827 waren er grote manoeuvres, waarin zowel gewone soldaten (infanteristen) als cavalerie (ruiters te paard) en artillerie (kanonnen en houwitsers) deelnamen.
Zondagvoormiddag werd er een parade gehouden en daarna werd de heilige mis opgedragen voor de rooms-katholieke soldaten. De gereformeerden hadden een eigen dienst.
Prins Frederik, minister van oorlog, kwam regelmatig op bezoek in het kamp. Dan werd er een grote parade gehouden en was het feest.
Na afloop van het kamp gingen degenen die er nog waren (vele hadden een andere opdracht, waren ziek geworden .... ) naar huis terug of naar hun kazernes.
Stilaan groeide het verzet tegen de koning in de Zuidelijke Nederlanden. Dit leidde tot de Belgische opstand in 1830 en de Onafhankelijkheid van België.