Onze bevelhebber, luitenant-generaal Chassé uitte in zijn "Order van den dag" zijn "uiterste tevredenheid" over het uitmuntend gedrag, goede wil, eendragt onder de korpsen onderling en den yver waarmede elk deelgenoot van hetzelve zijne pligten heeft uitgevoerd". Hij was tevens ten zeerste voldaan over de vooruitgang in de instructie."

Er is geen enkele klacht geweest van de civiele autoriteiten.